recept voor 2/3 personen
- 100 g gedroogde abrikozen
- 250 g kipfilet
- zout
- peper
- 1/2 theelepel gemalen komijn
- 1 grote (rode) ui
- 25 g gepelde amandelen
- 30 g boter
- 1 theelepel kaneel
- 1/2 theelepel geelwortel (koenjit)
- 1/2 theelepel gemberpoeder
- 1 1/2 à 2 dl kippebouillon of water
- 1 eetlepel fijngehakte peterselie
- Knoflook
Snijd de gedroogde abrikozen in kleine stukjes, doe ze in een kom, overgiet ze met kokend water en laat ze minstens 30 minuten weken. Snijd de kipfilet in dobbelstenèn van ca. 2 cm, bestrooi ze met zout, peper en gemalen komijn, wrijf de specerijen goed in het vlees en laat het geheel een kwartiertje staan, zodat de ·smaken kunnen intrekken. Pel intussen de ui en hak hem grof. Bak de amandelen onder voortdurend omschudden mooi goudbruin in een droge koekepan (bij voorkeur een pan voorzien van een anti-aanbaklaag). Laat de amandelen afkoelen op een schoteltje.
Verhit de boter in een kleine braadpan en laat de kipblokjes hierin rondom dichtschroeien en bruin kleuren. Voeg de uisnippers toe, draai het vuur iets lager en laat de snippers, al roerende, 2 minuten meesudderen. Bestrooi de kip en de uien met kaneel, geelwortel en gemberpoeder en roer alles grondig door elkaar. Voeg dan de uitgelekte abrikozen toe, giet de bouillon of het water erbij en breng de vloeistof op een hoog vuur aan de kook. Regel het vuur zodanig dat de vloeistof zachtjes borrelt, leg een deksel op de pan en laat de inhoud 10 minuten zachtjes sudderen. Proef of de saus voldoende gekruid is en voeg – indien nodig – nog wat zout en/of peper toe. Serveer de kip plus garnituur in een verwarmde serveerschaal en strooi er vlak voor het opdienen de gebruinde amandelen en wat fijngehakte peterselie over. Geef er gekookte rijst of plat Arabisch brood bij.